Pakan Baru

De Pakan Baru Spoorweg

De 220 kilometer lange Pakan Baroe spoorweg was aangelegd tussen Pakan Baroe aan de oostkust en Moeara, het einde van de spoorweg in West Sumatra. De spoorweg was bedoeld om de Oostkust met de Westkust te verbinden dwars over Sumatra alsmede voor exploitatie van de  kolenmijnen bij Tapoei in het centraal berggebied. Constructie begon in maart 1943 door Romushas (Indonesische dwangarbeiders) van het Pakan Baroe kamp. De aanleg van het laatste stuk begon in maart 1945. Er waren Nederlanders, Molukkers en andere Indonesiers, alsmede Engelse, Australische en Amerikaanse krijgsgevangenen te werk gesteld. De eerste krijgsgevangenen arriveerden in mei 1944. Van de krijgsgevangenen waren ongeveer 75% Nederlanders, 5% Indonesiers, 17% Britten, 4% Australiers en 15% Amerikanen. Voorafgaand verdronken circa 4000 krijgsgevangenen en Romushas in de Indische oceaan voor de kust van Sumatra bij de torpedering van de Junyo Maru. Deze zouden te werk worden gesteld voor constructie van de spoorbaan. Tijdens de aanleg van de spoorbaan stierven circa 680 krijgsgevangen aan ziekten, uitputting en ongelukken. Van de omgekomen Romushas is slechts een ruwe schatting te maken. Vanuit Java waren meer dan 100.000 Romushas via Padang naar Pakan Baru gebracht alsmede naar andere locaties in centraal Sumatra. Van dit aantal werden slechts 19.600 na de oorlog geregistreerd als overlevenden. Waarschijnlijk overleefden circa 27000 van de 100.000 Romushas de oorlog. Tesamen met de slachtoffers van de scheepsramp betekent dit dat rond de 70.000 Romushas zijn omgekomen voor de aanleg van deze spoorweg. De beide delen van de spoorweg werden verbonden op 15 augustus 1945. Op 24 augustus 1945 werd het kamp door de Japanners overgegeven.

Literatuur